Tarieven erfbelasting 2010

dinsdag, 29 juni 2010

Per 1 januari 2010 is de successiewet uit 1956 op verschillende onderdelen vereenvoudigd. Zo zijn de tarieven omlaag gegaan, de vrijstellingen omhoog en is het aantal tariefgroepen verminderd.

Onderstaand publiceren wij nog eens kort de nieuwe tarieven erfbelasting en de vrijstellingen. Hoeveel erfbelasting u betaalt is nog steeds afhankelijk van de relatie van de overledende tot de erven.

Vrijstellingsbedragen erfbelasting

Partners € 600.000
Kinderen en kleinkinderen € 19.000
Zieke en gehandicapte kinderen € 57.000
Ouders € 45.000
Overige verkrijgers € 2.000

Hoe kunt u dit interpreteren?

Partners
De vrijstelling van erfbelasting gaat omhoog naar € 600.000. Het tarief bedraagt maximaal 20%. Tot € 118.000 geldt een tarief van 10%.

Kinderen

De vrijstelling voor erfbelasting wordt € 19.000. Voor zieke en gehandicapte kinderen komt een vrijstelling voor de erfbelasting van € 57.000. Vanaf 2010 bedraagt het tarief voor kinderen maximaal 20%. Voor een erfenis tot € 118.000 bedraagt het tarief 10%, voor het meerdere bedraagt het tarief 20%.

Kleinkinderen

De vrijstelling voor de erfbelasting wordt € 19.000. Het tarief bedraagt 18% tot € 118.000, daarboven is het tarief 36%.

Nichten, neven en derden

De vrijstelling voor de erf- en schenkbelasting bedraagt € 2.000. Het tarief bedraagt 30% over de eerste € 118.000. Over het meerdere is 40% verschuldigd.


De Belastingdienst ziet de volgende mensen als partners voor de erfbelasting:

• mensen die getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben en niet duurzaam gescheiden leven
• stellen die samenwonen
• familieleden waarvan de een mantelzorg verleent voor de ander

Samenwonenden

Samenwonenden zijn partners voor de erfbelasting als ze aan de volgende voorwaarden voldoen:

• Ze hebben na de 18de verjaardag van de jongste partner minstens een half jaar een gezamenlijke huishouding gevoerd op 1 adres.
• Ze staan allebei minimaal een half jaar op dat adres ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente of een vergelijkbare administratie buiten Nederland.
• Ze hebben een door een notaris opgemaakt samenlevingscontract met een zorgverplichting.
• Ze zijn geen bloedverwanten in de rechte lijn. Bloedverwanten in de rechte lijn zijn bijvoorbeeld grootouders, ouders, kinderen en kleinkinderen.

Samenwonenden zijn ook partners voor de erfbelasting als ze aan de volgende voorwaarden voldoen:

• Ze hebben na de 18e verjaardag van de jongste partner minstens 5 jaar een gezamenlijke huishouding gevoerd op één adres.
• Ze staan allebei minimaal 5 jaar op dat adres ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente of een vergelijkbare administratie buiten Nederland.
• Ze zijn geen bloedverwanten in de rechte lijn. Bloedverwanten in de rechte lijn zijn bijvoorbeeld grootouders, ouders, kinderen en kleinkinderen.

De belastingdienst kan u vragen aan te tonen dat u een gemeenschappelijke huishouding voerde met de overledene.

Moet u vanaf 1 januari 2010 een notarieel contract hebben om te voldoen aan de voorwaarden om partners voor de erfbelasting te zijn? Dan geldt voor u een overgangsrecht.



« Terug naar nieuwsoverzicht